Interview José Stauvermann
" Hoe kun je aandachtig en in wezen oordeelloos aanwezig zijn in een kloppende relatie. Want aandacht is alles"
José Stauvermann
Interview met José Stauvermann, docent van de module Verdieping Persoonsgerichte Experiëntiële Psychotherapie. Deze module heeft als ondertitel ‘De baas van de werkplaats en de kunst van differentiële relatieopbouw’. Lees hoe José de baas werd in haar werkplaats, over haar inspiratiebronnen en meer in dit openhartige interview.
Hoe werd jij baas in eigen werkplaats?
Zoals alles in het leven was en is dit het cyclische proces van vallen, opstaan, bijstellen en doorgaan. Waarbij kennis vergaren, vlieguren maken en mensen waarvan je leert heel belangrijk zijn. Daarnaast heeft empathie in combinatie met doorleefde begrenzing altijd mijn bijzondere interesse gehad. Hoe meer ervaring ik opdeed, hoe meer me duidelijk werd dat we in de therapeutische relatie vaak blootgesteld worden aan een relationeel krachtenveld waar we een passend antwoord op moeten formuleren. Veel viel op zijn plaats toen ik het begrip ‘differentiële relatieopbouw’ leerde kennen en doorgrondde. Deze manier van relatielegging is ontwikkeld door Professor Rainer Sachse. Zonder dat je zijn therapiemodel in engere zin hoeft uit te voeren, blijkt de kern van het model heel helpend om niet verstrikt te raken in de relatiedynamiek en zeker als de hechtingsgeschiedenis van therapeut en cliënt elkaar raken. Dit bracht veel in mij samen; een relatie kunnen opbouwen die én veilig is én de (manipulatieve) krachten verbonden aan het overlevingsinstinct met respect kunnen begrenzen en idealiter mogelijk maakt deze te kunnen bewerken. Ik raakte meer en meer overtuigd dat je naast empathie ook een scherpe blik moet trainen. ‘Een oordeelloos haviksoog’. Dit bracht me dichterbij ‘de baas van de werkplaats worden’; een veilige relatie opbouwen zonder de ander te bepalen of je te laten bepalen.
Daarnaast werd enkele jaren geleden een grondige verandering van het curriculum doorgevoerd binnen de Psychotherapie-opleiding bij RINO Zuid. Hiermee verschoof mijn aandacht van voornamelijk lesgeven over Cliëntgerichte Psychotherapie naar lesgeven over Universeel werkzame factoren van psychotherapie; met name de opbouw van de therapeutische relatie. Terugkijkend was het de afgelopen jaren vooral een zoektocht om nog fundamenteler de vaardigheden die ten grondslag liggen aan het opbouwen van de therapeutische relatie in kaart te brengen, passend bij de huidige tijdsgeest. De module die ik geef bij Apanta-academy is hier het resultaat van. Een reeks van ogenschijnlijk simpele vaardigheden die in de samenhang en uitvoering verre van eenvoudig zijn. Vaardigheden om de baas van de werkplaats te worden, ook als het complex wordt. Letterlijk en figuurlijk je stoel helemaal leren bezetten. Een tijdje geleden hoorde ik in een podcast de uitspraak ‘pielen tot het klopt’ van patissier Cees Holtkamp uit Amsterdam. Hij gaf woorden aan zijn zoektocht naar precies de juiste ingrediënten van zijn garnalenkroket of meringuetaartje. Deze uitspraak heeft me geïnspireerd en houdt me gaande om door te blijven zoeken tot het een kloppend geheel is.
Wat heeft jou geïnspireerd om psychotherapeut te worden?
Ik ben geboren op een boerderij en ik denk dat opgroeien in en met de natuur en een zekere heimwee op een niet oorzakelijke manier veel van mijn keuzes heeft beïnvloed. Daarnaast heb ik als jonge vrouw lange tijd een supervisor en leertherapeut gehad die een rolmodel voor me was, me inspireerde en motiveerde om mijn potentieel te benutten. Via haar kwam ik meer in contact met het cliëntgericht gedachtengoed en tevens met het werk van Carl Gustav Jung. Hierdoor ging mijn bloed sneller stromen en ontstond het verlangen om ‘met het lichaam te kunnen werken zonder het aan te raken’. Dit heeft me aangezet om mijn psychotherapie-opleiding in Vlaanderen te volgen. Ik ervaar nog steeds dat mijn hart ligt bij de Experiëntiële psychotherapie en met name Focusing. Later ben ik in contact gekomen met het werk van Rainer Sachse. Dit was geen bewuste keuze maar een gevolg van mijn toenmalige baan. Toen ik bij de Riagg Maastricht ging werken, liep er een grootscheeps onderzoek naar de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen waar de cliëntgerichte therapeuten het ‘Modell der doppelten Handlungsregulation’ van Rainer Sachse vertegenwoordigden. Er volgde een jarenlange permanente scholing bij hem. Na enige scepsis in de beginfase ervoer ik gaandeweg meer en meer de toegevoegde waarde van het vaktechnisch kunnen hanteren van de schaduwzijde met volledig behoud van empathie. Nu jaren later heb ik het model in engere zin helemaal losgelaten maar de differentiële relatieopbouw volledig omarmd en kunnen integreren in mijn werk.
Wat is er zo mooi aan je vak?
Het samengaan van persoonlijk contact waar het hele leven in vervat zit en het inzetten van de ambachtelijke vaktechnische vaardigheden in de behandelingen, vind ik het mooiste aan mijn vak. Dit is een echte passie waarmee ik wellicht ook een ander (technisch, ambachtelijk) vak had kunnen uitoefenen. Ik denk dat ik bijvoorbeeld ook kapster had kunnen worden en me helemaal had kunnen verliezen in het uitzoeken hoe je poreus haar het beste behandelt. Ik ben soms ook oprecht verbaasd dat het me niet aflatend blijft boeien wat mensen meemaken. Als je mij vraagt of ik andere keuzes zou maken als ik het opnieuw mocht doen, zeg ik vol overtuiging ‘nee’.
Wat vind je moeilijk in je vak?
Er zijn natuurlijk veel uitdagende aspecten aan ons vak, zeker in deze complexe wereld. Als ik er één ding uit moet kiezen, dan kies ik toch voor ‘aandachtig zijn’. Werkelijke aandacht en focus kunnen hebben in contact met de ander staat om allerlei redenen vaak sterk onder druk. Terwijl ik denk dat hier in de kern alles om draait. Dus ja, hoe kun je aandachtig en in wezen oordeelloos aanwezig zijn in een kloppende relatie. Want aandacht is alles. In deze verdiepende module komt het richten van aandacht op de ander uitgebreid aan de orde.
Hoe ben jij als docent en wat brengt het jou?
Al ruim 25 jaar geef ik les naast mijn werk als psychotherapeut. Ik ben er zonder vooropgezet plan in gerold en het bleek me te passen. Ik hou van woorden geven en ondertitelen; vooral ook om samen woorden te zoeken voor hetgeen met het blote oog niet direct waarneembaar is. Terugkijkend constateer ik dat ik steeds lesgaf over inhoud die ikzelf nog maar net veroverd had. Aan het docentschap zit de verplichting vast om voor de muziek uit te lopen en de stof al fundamenteler geïntegreerd te hebben dan de cursisten. Deze vrijwillige verplichting heeft mij waanzinnig geholpen om me diepgaand met dingen uiteen te zetten. Het is een stuwende kracht die vooruitgang brengt. Van nature ben ik iemand die eerder geneigd is om wat rond te slenteren dan achter de boeken te zitten. Zoals eerder gezegd is ook hier patissier Cees Holtkamp een inspiratiebron om te blijven ‘pielen tot het klopt’. In het doceren ben ik continu aan het bijschaven en verbeteren. Zo ben ik nu volop bezig aandacht te besteden aan ‘het verbeteren van de ademhaling van de therapeut’. Om te beginnen ben ik zelf in ademtherapie gegaan in combinatie met me verdiepen in de fysiologische processen en wetenschappelijke evidentie. Het doel is om dit om te zetten naar passende vaardigheden voor de therapeut en toe te voegen aan het palet van vaardigheden in deze module. En gelukkig kun je heel veel dingen integreren terwijl je rondslentert.
Wat gun je iedere therapeut?
Wat ik iedereen gun is het behoud van zijn of haar kwetsbaarheid in een empathische en begrensde relatie. Daarnaast is het in het huidige productieklimaat een kunst om als therapeut trouw te zijn aan jezelf. Ik gun iedere therapeut het volledige behoud van kwetsbaarheid en eigenheid.